Voor mensen met kennis van de Italiaanse taal: mijn excuses voor mijn taalgebruik. ‘Putta‘ betekent namelijk met een net woord prostituee. Over de oorsprong van deze pastasaus gaan verschillende verhalen en zoals het de Italianen betaamt, heeft iedere streek zijn eigen versie. Zowel van het verhaal als van de saus. Er wordt bijvoorbeeld verteld dat prostituees deze pasta veelal voor zichzelf bereidden, omdat het snel klaar was en ze daarna maximaal tijd zouden hebben voor hun klanten. Er gaan ook verhalen dat de mannen in de wachtruimte deze pasta kregen voorgeschoteld of dat het zou wijzen op de kleuren van de saus, rood en zwart, en de smaak, pittig.
Pittig is hij zeker en dus niet zo geschikt als er kinderen mee-eten. Wat heb je nodig voor 2/3 personen:
- olijfolie
- 1 grote gesnipperde ui
- 25 gram ansjovisfilets
- 3 tenen knoflook, fijngesneden
- 125 ml rode wijn
- gepelde tomaten uit blik (400 gram)
- 150 gram zwarte olijven, ontpit en uitgelekt
- 60 gram kappertjes, gewassen en uitgelekt
- fijngehakte bladpeterselieblaadjes, naar smaak
- het sap en de geraspte schil van een halve citroen
- zout en suiker naar wens
- 2 rode chilipepers, zonder zaadjes en fijngesneden
- 300 gram spaghetti of tagliatelle
Zet een pan met water op het vuur voor de pasta en breng dit aan de kook. Pasta kook je het liefst in flink zout water, zeewater bijna. Gebruik je gedroogde pasta kook het dan terwijl je de saus maakt. Verse pasta kun je tegen het einde koken, want die heeft veel minder kooktijd nodig. Fruit de ui in wat olijfolie in een minuut of zeven glazig. Voeg de ansjovis toe en laat ze een beetje ‘oplossen’. Je drukt ze kapot tegen de bodem van de pan zodat ze uit elkaar vallen. Pas op met zout toevoegen, want ansjovis is erg zout van zichzelf. Voeg dan de knoflook toe en laat dit een minuutje of vier meepruttelen. Dan gaat de wijn erbij en laat het inkoken terwijl je de aanbaksels losroert in de pan. Als de wijn is ingekookt gaan de tomaten, olijven en iets meer dan de helft van de kappertjes in de saus. Roer goed door elkaar en laat vijf minuten op laag vuur indikken. De grotere stukken van de tomaten mag je kapot roeren. Voeg daarna de peterselie en de helft van de citroensap toe. Proef de saus nu. Als er zout nodig is doe je dat er nu bij, een lepeltje suiker is sowieso lekker. Maar ga vooral op je eigen smaak af!
Doe nu de helft van de chilipepers erbij en laat even meesudderen zodat alle smaken zich goed met elkaar kunnen vermengen. Sommige mensen vinden het lekker om een eetlepel olijfolie door de pasta te roeren als hij klaar is. Ik doe dat eigenlijk nooit. Voeg de pasta bij de saus, meng het goed en houd het warm. Dep de rest van de kappertjes droog en bak ze krokant in wat olie. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Dit strooi je samen met de peterselie, de citroenrasp en de rest van de chilipeper als garnering over je schaal of bord.
2 Opmerkingen
Gezien mijn Indisch bloed is dit een pasta naar mijn hart. Lekker pittig. En mooi, kan ik ook eens die blikjes ansjovis die al maanden in de VOC-lade liggen, gebruiken. VOC-laatje is het laatje waar alle kruiden, nogal nonchalant, in zijn gestouwd. Bij opentrekken kom de geur van een VOC-schip komt je tegemoet. Vandaar de naam. Dus deze pasta gaat op de ‘to-cook-list.’ Niet alleen vanwege het kunnen gebruiken van de ansjovis, maar natuurlijk vanwege het aantrekkelijke recept met voor mij aantrekkelijke ingrediënten. Alleen de wijn laat ik weg. Ik hou gewoon niet van wijn in mijn eten. Vind ik niet lekker. Maar zal vast geen afbreuk aan de smaak doen. En de naam……….spannend………….pasta met ‘rode oortjes.’
Je kunt de wijn prima vervangen door bouillon, geen enkel probleem!