Een lekkere Bolognese saus is niet moeilijk om te maken, maar het heeft wat tijd nodig. Prutteltijd, dus niet eens tijd dat je er actief mee bezig bent. In die prutteltijd ontstaat die hele specifieke Bolognesesmaak waar ik zo gek op ben. Je kunt het proces niet overhaasten, want dan krijg je die specifieke smaak niet. Dus neem er even de tijd voor, lees tijdens het pruttelen even lekker de krant of drink een glaasje wijn en doe het voortaan op deze manier:
Voor vier personen:
- 400 gram spaghetti
- 500 gram rundergehakt
- 3 stengels bleekselderij
- 1 winterwortel
- 250 gram spekreepjes
- 2 blikken tomatenstukjes
- 1 blikje tomatenpuree
- 250 ml runder– of groentebouillon (of van een blokje)
Schrap de wortel en snijd hem in kleine blokjes. Was de bleekselderij en snijd hem in stukjes.
Groentebasis
Spaghetti en saus mengen
Verhit een braadpan en doe er een klein scheutje olijfolie in. Bak hierin de spekreepjes. Voeg dan de wortel en bleekselderij toe en laat even bakken. Daarna voeg je het gehakt toe en en dit rul je tot het mooi los en bruin is. Doe dan het blikje tomatenpuree erbij en bak dit even mee. Dan gaan de blikken tomaat erbij. Roer de tomaten goed door het vlees. Als de tomaten pruttelen doe je de bouillon erbij. Als het zachtjes kookt gaat het vuur lager en leg je de deksel met een klein kiertje op de pan. Dit moet ongeveer een uur pruttelen. Het meeste vocht moet uit de saus verdampen, zo wordt de smaak heel intens.
Zet een pan met ruim water en zout op het vuur en breng aan de kook. Kook hierin de spaghetti gaar. Giet af en schep de spaghetti door de saus. Warm het geheel nog even lekker door en schep het dan op borden. Buon appetito!
