In de vriezer had ik nog de kipsaté van Koop een Kip en ik wilde nog eens zelf een pindasaus maken. 1 + 1 = kipsaté met pindasaus!
Voor de saus heb je nodig:
- 0,5 zakje geroosterde pinda’s
- 90 ml water
- 90 ml kokosmelk
- 1 eetlepel bruine basterdsuiker
- een beetje knoflookpoeder
- scheutje sojasaus
- scheutje vissaus
- 1 theelepel tamarindepasta
- kleine beetje cayennepeper
- beetje ketchup
- 2 theelepels sambal
Voor 4 satéstokjes heb je nodig:
- 500 gram kipdijfilet of kipfilet
- 1 rode peper
- 45 milliliter ketjap manis
- 1 eetlepel arachide olie
- 1 eetlepel gembersiroop
- 1 tenen knoflook
- zout
- 4 satéprikkers
Snijd het vlees in blokjes van ongeveer 2 cm. Verwijder de zaadlijsten en zaadjes van de peper en snijd hem fijn. Meng de peper in de kom met de ketjap, de olie en de gembersiroop. Pers de knoflook uit en roer het door dit mengsel en doe er nog een beetje zout bij. Schep het vlees door de marinade en laat het minimaal een half uur marineren, afgedekt in de koelkast. Neem dan het vlees uit de marinade, dep het een beetje droog en rijg het aan de stokjes. Verhit een koekenpan of grillpan en bak de saté aan beide kanten een minuut of 6 tot 8. Let op dat het niet te hard gaat.
Bereid intussen de saus. Maal de pinda’s fijn een een blender of met de hakmolen van een staafmixer. Voeg vervolgens alle andere ingrediënten, behalve de ketchup en sambal toe en blender het tot een gladde saus. Doe dit in een steelpannetje en verwarm het. Proef en breng op smaak met peper, zout en sambal en ketchup.
Ik heb de kipsaté geserveerd bij deze bami. Leg de stokjes op het bord en giet de satésaus erover.