Warm de groentebouillon op of maak het van een blokje. Anderhalve liter is een richtlijn. Het hangt een beetje van de soort rijst die je gebruikt af hoeveel bouillon daadwerkelijk nodig is. Houd de bouillon warm op een laag pitje.

Haal de houtige uiteinden van de asperges eraf en snij de puntjes eraf. Houd de puntjes apart, de houtachtige uiteinden kun je weggooien. Snijd de asperges verder in stukken van zo'n 2 à 3 cm. Snipper de uit en rasp de Parmezaanse kaas.

Neem een ruime pan en smelt hierin 3 eetlepels van de boter met de olijfolie. Bak hierin de ui met de aspergestukjes (niet de puntjes!) ongeveer 5 minuten op rustig vuur. Schep dit met een schuimspaan weer uit de pan en voeg de rijst toe. Bak de rijst in de achtergebleven boter/olie terwijl je goed roert (pas op voor aanbakken, roer ook goed over de bodem. Dit gaat heel goed met een siliconen spatel) tot de rijstkorrels glanzen. 

Doe dan de asperges er weer bij en schep er een soeplepel van de bouillon overheen. Roer heel regelmatig en voeg de volgende lepel bouillon toe als het vocht door de rijst is opgenomen. Op die manier kook je de rijst gaar. Bij de meeste soorten rijst duurt dit zo'n 15 tot 20 minuten. 

Hoe weet je nou of de rijst goed gaar is? Proeven! Neem een korrel in je mond en bijt hem door. Als je nog de meelderige kern proeft is de rijst nog niet helemaal gaar. Ik vind het zelf prettig om nog wat bite te  hebben, maar veel mensen vinden het lekker als de rijst helemaal door en door gaar is. 

Ik eet risotto graag een beetje papperig, maar je kunt ook eerder stoppen met het toevoegen van vocht. Probeer even uit wat je lekkerder vindt. Roer na ongeveer 10 minuten koken de aspergepunten erdoor, zodat die ook nog even meegaren. Als de rijst gaar is roer je de rest van de boter erdoor en wat Parmezaanse kaas.

Schep de risotto op borden en bestrooi met nog wat Parmezaanse kaas.