Klop indien nodig de kalflapjes uit tot een dikte van ongeveer een halve centimeter. Dit gaat het makkelijkst onder een stukje huishoudfolie en met een vleeshamer, maar met de onderkant van een zware steelpan gaat het ook.
Meng voor de vulling alle ingrediënten goed door elkaar. Is het mengsel wat te nat, voeg dan een beetje paneermeel toe. Verdeel dit mengsel vervolgens in vier porties.
Leg ieder kalfslapje plat neer en leg hierop een plakje ham. Rol een 'worst' van iedere portie vulling en leg die in het midden van de ham. Vouw de zijkanten van de ham en kalflapjes om de vulling en rol ze vervolgens op. Bind de pakketjes dicht met keukentouw.
Je kunt dit eventueel tot een dag van tevoren maken. Leg de pakketjes dan afgedekt in de koelkast tot gebruik.
Doe de olie en boter in een braadpan en verhit het op matig vuur. Bak de vleespakketjes hierin rondom aan in ongeveer 10 minuten. Zorg dat de boter niet verbrandt en draai het vlees regelmatig met een vleestang (niet in prikken met een vork!).
Voeg dan de fijngesneden sjalotjes toe en bak ze een minuut of vijf mee, bestrooi alles met zout en peper. Giet daarna het bier erbij en breng dit aan de kook. Schraap de aanbaksels op de bodem even los, die geven veel smaak af. Doe dan de deksel op de pan en laat het vlees een half uur rustig sudderen. Draai de vleespakketjes af en toe even om.
Serveer het vlees met groente een aardappelen en schep wat van de saus erover. Vind je de saus nog te dus, dan kun je hem met een maïzenapapje wat dikker maken. Meng hiervoor een eetlepel maïzena met met een eetlepel water en roer dit door de saus. Roer tot de saus de gewenste dikte heeft.