Kook de aardappelblokjes even voor en stoom ze droog. Verhit de olie in een ruime koekenpan en bak de aardappelblokjes hierin goudbruin. Voeg - als ze nog niet helemaal gaar zijn - de prei toe en strooi er wat zout over. 

Roerbak dit een minuut of 10 en pas daarbij op voor aanbranden. Pluk intussen de makreel in stukjes en voeg die na de 10 minuten bij het gerecht. Warm ze even mee en verdeel alles dan goed over de pan en druk het iets aan.

Maak twee kuiltjes in het aardappelmengsel en breek in beide kuiltjes een ei. Zet het vuur niet al te hoog en laat het eiwit rustig stollen. Dit duurt waarschijnlijk een minuut of 8. Pas op voor aanbranden, dus blijf ik de buurt. Het eigeel moet vloeibaar blijven. 

Serveer op een bord met een eetlepel mierikswortel. De pit van de mierikswortel past fantastisch bij het vettige van de vis.