Verwarm de oven voor op 175°C. Doe de koekstukjes in een keukenmachine of de hakmolen van je staafmixer en maal ze fijn. Roer de gesmolten boter, bruine suiker. een halve theelepel zout en citroenrasp erdoor. 

Vet een springvorm in en bekleed de bodem met een stukje bakpapier. Doe het koekmengsel in de vorm, verdeel het over de bodem en druk het goed stevig aan met de achterkant van een lepel. Druk de bodem bij de randen iets omhoog tegen de zijkanten zodat je een opstaand randje hebt.

Bak de bodem 10 tot 12 minuten in de voorverwarmde oven en laat hem vervolgens afkoelen in de vorm. Draai de temperatuur van de oven terug naar 160°C en maak vervolgens de vulling.

Doe alle roomkaas in een ruime kom en klop het met een elektrische mixer op de middelhoge snelheid los. Voeg dan terwijl je blijft kloppen beetje voor beetje de suiker toe. Als alle suiker is opgenomen mix je nog een paar minuten op hoge snelheid. Roer dan het citroensap en de andere halve theelepel zout erdoor.

Zet de mixer er weer in en mix op halve snelheid een voor een de eieren, de crème fraîche en het vanille extract erdoor tot je een gladde massa hebt. 

Giet het beslag nu op de afgekoelde bodem. Een cheesecake moet langzaam garen, dus hij moet ongeveer een uur en drie kwartier op 160°C bakken. Hij komt flink omhoog (bij mij wel zo'n 5 cm boven de springvorm uit) en zakt daarna ook weer behoorlijk in. Dat is normaal. Om te voorkomen dat alleen het midden inzakt, kun je meteen na het bakken de zijkanten alvast lossnijden zodat de vulling wat gelijkmatiger inzakt en niet aan de zijkanten blijft 'plakken'. 

Laat de cheesecake volledig afkoelen en laat hem vervolgens goed koud en stevig worden in de koelkast.