Verwarm de oven voor op 200°C. Doe de bloemkoolroosjes in een bakblik en besprenkel het met een eetlepel olijfolie. Rooster de bloemkool zo'n half uur tot veertig minuten totdat het lekker nootachtig ruikt en goudbruin is. Draai de oven terug naar 180°C.

Verhit intussen de andere eetlepel olijfolie in een koekenpan en fruit hierin de gesnipperde sjalotjes met de suiker en de tijm. Laat het een kwartiertje pruttelen en voeg dan de wijn toe en laat dit inkoken totdat het vocht verdampt is. 

Kook intussen de pasta net gaar in ruim water met zout, giet af en zet apart tot gebruik. 

Maak dan de kaassaus. Smelt hiervoor de boter in een pan op halfhoog vuur, voeg de bloem toe en roer een minuut of twee. Als de roux een geheel vormt en een beetje begint te bubbelen voeg je beetje bij beetje de melk toe terwijl je blijft roeren met een garde. 

Als alle melk is toegevoegd heb je een gladde saus, laat de saus tien minuten rustig koken totdat het is ingedikt en breng het vervolgens op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Voeg dan de kaas toe en roer tot het allemaal is gesmolten en het een dikke saus vormt. Doe er dan nog een klein beetje citroensap door en roer het goed. 

Doe de pasta en de sjalotjes bij de bloemkool in het bakblik en hussel goed door elkaar. Giet de kaassaus er over en bestrooi met de extra Parmezaanse kaas. Schuif het in de oven en bak zo'n 20 minuten. 

Haal het bakblik uit de oven en laat het even staan zodat de kaassaus iets kan indikken. Serveer met een lekkere frisse salade.