Kook een paar uur voordat je begint aan het bereiden van de maaltijd de rijst. Laat het afkoelen en bij voorkeur nog even in de koelkast echt koud worden. Koude rijst bakt veel mooier dan vers gekookte warme. 

Verhit de bouillon. Verhit de olijfolie in een ruime braadpan. Ris de tijmblaadjes van de takjes. Smeer de stukken kip in met zout, peper, een beetje olie en de tijmblaadjes. Bak de kip stevig aan in de olijfolie. 

Snijd intussen de lente ui in ringen en halveer de kropjes little gem. Snijd het harde stuk uit het stammetje, maar zorg dat de kropjes verder in takt blijven. Voeg de lente ui ringetjes en de gesnipperde knoflook bij de kip en bak even mee. Blus af met een scheutje sherry en laat dit even een minuutje goed koken.

Schenk dan de hete bouillon erbij, breng tegen de kook aan en laat een half uurtje rustig pruttelen. Als je verse of diepvries doperwten gebruikt moet je die nu even voorkoken en vervolgens afgieten. 

Smelt de boter in een ruime koekenpan en bak hierin de rijst. Leg dan de kropjes little gem met de snijkant naar beneden erbij in de pan en bak ze even mee. Voeg dan de doperwten toe en laat even meestoven. Schep de kip uit de andere pan en voeg die bij de rijst. Warm alles  goed door en verdeel het dan over vier borden. Twee stukken kip per persoon en twee halve kropjes per persoon.

Schep er wat van het achtergebleven bouillonvocht over en serveer meteen.