1. Ik vind cakes altijd het lekkerst als je ze langzaam gaart op vrij lage temperatuur. Ze drogen dan namelijk niet zo snel uit. Verwarm de oven dus voor op 160°C en vet drie ronde vormen in met boter en bestrooi ze met een beetje bloem zodat de taart na het bakken makkelijk loslaat. Maak je, net als ik, een taart met twee lagen, gebruik de rest van het beslag dan om bijvoorbeeld cupcakes te bakken.

2. Doe de boter in een grote kom en klop het met een mixer luchtig samen met de suiker. Voeg dan één voor één de eieren toe en mix iedere keer totdat ze goed zijn opgenomen. Voeg vervolgens de cacao en de kleurstof toe. De hoeveelheid kleurstof is lastig aan te geven, omdat de kracht ervan per merk kan verschillen. Ik heb kleurstof van wilton gebruikt en die is vrij krachtig. Ga een beetje op je gevoel af dus. 

3. Doe nu om en om de bloem en de karnemelk erdoor. Door het om en om te doen zorg je dat beide ingrediënten goed worden opgenomen. Voeg als laatste de vanille en het zout toe. 

4. Meng de baksoda (1 zakje) met een eetlepel azijn en roer dit vervolgens door je beslag. Roer niet langer dan nodig.

5. Verdeel het beslag over je bakvormen en bak ze zo'n 45 minuten. Check na een half uur hoe het ermee gaat en kijk vervolgens iedere 5 minuten. Doe de satéprikker test en haal de taarten uit de oven als ze gaar zijn. Laat ze volledig afkoelen.

Voor de glazuur

1. Smelt de witte chocolade au bain marie en laat het afkoelen tot lauwwarm. Mix de roomkaas los met een elektrische mixer. Voeg blokje voor blokje de zachte boter toe totdat het mooi gemengd is. Voeg vervolgens de chocolade toe en meng het goed. 

Afmaken van de cake

1. Smeer de glazuur aan de bovenkant van de eerste en tweede laag en plaats de lagen op elkaar. Verdeel de rest van het glazuur over de bovenkant van de taart en langs de zijkanten. Decoreer de taart zoals je het zelf leuk vindt. Voor Valentijnsdag heb ik voor suikerhartjes gekozen.