Chinees gerecht met stukjes kip in een deegjasje
Meng een marinade van de sojasaus, de rijstwijn en een snufje zout. Snijd de kip in blokjes van ongeveer 2 bij 2 cm. Giet de marinade over de kip, schep het goed door elkaar en laat minimaal een uur marineren in de koelkast.
Maak intussen de saus. Doe sojasaus, rijstazijn, tomatenpuree, rijstwijn en suiker in een pannetje. Beng rustig aan de kook en roer totdat alle suiker is opgelost en doe dan het water erbij. Roer goed door.
Verhit een scheutje olie in een koekenpan en bak hierin de fijngesneden knoflook en de schijfjes gemberwortel een paar minuutjes op rustig vuur. Haal de gemberschijfjes er dan uit (die hebben hun smaak afgegeven) en doe de grove stukken ui, de geraspte gemberwortel, de peper en de gembersiroop erbij en roerbak dit even kort.
Giet het dan bij het tomatenmengsel en breng het aan de kook. Maak een papje van de maïzena met een eetlepel water en doe dit bij de saus. Roer het goed door zodat de saus wat dikker wordt.
Maak een beslag van de bloem met het water en als je een glad beslag hebt roer je de olie erdoor. Klop het eiwit stijf en spatel dit voorzichtig door het beslag. Verhit de olie in een koekenpan of wok. Haal de stukjes kip door het beslag, laat ze even uitdruppelen en bak ze in de olie gaar. Schep ze met een schuimspaan uit de olie en laat ze uitlekken op keukenpapier en leg ze daarna op een schaal.
Warm de saus weer op, doe de doperwten erbij en doe op het laatst ook de komkommerblokjes erdoor. Giet de saus over de kipballetjes en serveer meteen.