Schil de krieltjes en kook 8 tot 10 minuten voor (je kunt ook ze ook geschild en voorgekookt kopen. Giet af en laat even afkoelen en drogen. 

Breng een pan, waar de bloemkooltjes heel inpassen, met water en wat zout aan de kook. Haal de groene buitenste bladeren van de bloemkooltjes en doe ze in het kokende water. Kook de bloemkooltjes net niet gaar, afhankelijk van de grootte duurt dit ongeveer 7 tot 9 minuten. Je moet er met een mes in kunnen prikken maar nog wel wat weerstand voelen. 

Giet de bloemkooltjes af en laat ze goed uitlekken. Verwarm de oven voor op 180°C. Leg de bloemkooltjes dan met de stam naar beneden in een iets ingevette ovenschaal. Snijd de punt port salut in 8 plakken. 

Strooi een beetje zout over de bloemkooltjes. Leg dan op iedere bloemkool 2 plakjes port salut, verdeel daarover 150 gram van de ham en daarop weer 2 plakjes port salut. Schuif de schaal ongeveer een kwartier in de oven. De kaas moet goed gesmolten zijn.

Verhit een klontje boter en een scheutje olijfolie in een koekenpan en bak hierin de krieltjes tot ze een lekker knapperig bruin korstje hebben. Doe dit op halfhoog vuur, zodat je er goed controle over hebt. Bestrooi met paprikapoeder en breng verder op smaak met peper en zout. Snijd de overgebleven ham in kleine stukjes en bak die de laatste twee minuten mee.

Snijd de bloemkooltjes doormidden en verdeel over 4 borden. Geef de krieltjes erbij.