1. Doe de kikkererwten in een vergiet en spoel ze onder koud water even goed af. Laat ze uitlekken en maal ze vervolgens tot pasta in een vijzel (als je werkt aan je spierballen) of in een hakmolen. Doe ze dan in een kom en voeg de bloem, het zout, 2 el olie en ongeveer 200 ml lauwwarm water toe. Kneed hiervan een soepel deeg, dat best een beetje plakkerig blijft. Voeg wat water toe als het te droog blijft, voeg wat bloem toe als het te nat is. Laat het deeg vervolgens even rusten.

2. Verdeel het deeg dan in 10 stukjes, bestuif je werkblad met bloem en rol van de deegporties dunne, ronde pannenkoekjes. Doe ook wat bloem op je handen en op je deegroller, anders blijft het teveel plakken. Bak de roti stuk voor stuk in een droge koekenpan aan twee kanten goudbruin.

Voor de vulling:

1. Schil de aardappelen en snijd ze in stukjes niet groter dan wat je in 1 hap in je mond kunt nemen. Kook ze gaar in gezouten water (die zal zo'n 5 tot 8 minuten duren, als je er makkelijk met een vork in kunt prikken zijn de stukjes gaar). Giet ze dan af en stoom te droog. Snijd intussen de kousenband in stukjes van 10 cm, was ze en zet ze apart tot gebruik. Pel en snipper de ui en de knoflook. Snijd de rode peper doormidden en verwijder de zaadjes en de zaadlijsten. Snijd de peper in kleine stukjes (of ringetjes). Snijd het kippenvlees in blokjes en doe er wat zout en peper op.

2. Verhit wat olijfolie in een braadpan en bak hierin de kippenblokjes in ongeveer 10 minuten goudbruin. Doe dan de ui, de knoflook, de peper en de masalapoeder erbij en bak dit even een paar minuutjes mee. Blus dit af met 300 ml water en verkruimel het bouillonblokje erboven. Breng aan de kook, voeg de kousenband toe en laat dit 10 minuten op halfhoog vuur pruttelen. Voeg op het laatste de aardappelstukjes toe aan de vulling. Proef en breng op smaak met peper en zout.