Voor deze heerlijke kaassoufflé heb ik de gerijpte kaas van Kees gebruikt, maar je kunt natuurlijk ook een andere kaas gebruiken
Verhit de oven voor op 200°C. Smelt de boter in een pannetje en voeg dan in 1 keer de bloem toe. Roer dit stevig door en laat de bloem een minuutje al roerend garen. Haal dan de pan van het vuur, voeg de hete melk toe en klop het met een garde tot een gladde saus. Zet het pannetje dan weer op het vuur en laat de saus even pruttelen.
Voeg dan één voor één de eidooiers toe en roer steeds goed door. Voeg de volgende pas toe als de vorige helemaal is opgenomen. Breng de saus op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
Klop in een vetvrije kom de eiwitten met een snufje zout goed stijf. Roer nu een kwart van de stijve eiwitten door de saus. Roer ook de kaas (geraspt of in kleine stukjes gesneden) hierdoor. Houd van de kaas een beetje achter. Spatel dan voorzichtig de saus door de rest van de eiwitten. Roer zo weinig mogelijk, want het moet een luchtig mengsel blijven, maar het moet wel goed door elkaar gemend worden.
Vet een soufflévorm (of 4 eenpersoons soufflévormpjes) in met boter. Giet de saus in de vorm en strijk de bovenkant van de saus glad. Strooi de overgebleven kaas erover en schuif de vorm in de oven. Gebruik je 4 losse vormpjes, plaats ze dan op een bakplaat, dan kun je ze makkelijker in en uit de oven halen.
Draai de temperatuur van de oven iets terug (naar 190°C) en laat de soufflé 25 tot 30 minuten bakken. Hij is klaar als hij mooi gerezen is en goudgeel van kleur is.