Een Gronings streekgerecht dat ook in andere delen van het land gegeten werd.
Schil de aardappelen, spoel ze schoon en kook ze in water met zout in zo'n 20/25 minuten gaar. Maak de snijbonen schoon en kook ze een minuut of 10 in water met wat zout en een beetje suiker. Warm de witte bonen op en warm de rookworst in dezelfde pan gelijk mee.
Bak de spekjes uit en warm de melk een beetje op. Giet de aardappelen af en stamp van de aardappelen met behulp van boter en melk een smeuïge puree. Giet de snijbonen en de witte bonen af en roer het door de puree.
Roer de spekjes erdoor en schep het gerecht op borden. Snijd de rookworst in plakjes en verdeel ze over de borden.