Jam is eigenlijk niet meer dan suiker en fruit en als je het zelf maakt weet je zeker dat er geen conserveringsmiddelen, kleurstoffen, geurstoffen en smaakverbeteraars inzitten. Bovendien is het leuk om te doen en heel eenvoudig. Ook dit is weer een leuk klusje om je (klein)kinderen bij te betrekken.
Volgens de Warenwet moet er in een potje gewone jam minimaal 350 gram fruit(pulp) zitten per kilogram en als er meer dan 450 gram fruit(pulp) inzit mag het de titel extra jam dragen. Onze zuiderburen noemen jam confituur en dat vind ik eigenlijk een veel mooier woord dan jam.
De suiker in de jam heeft twee functies, het maakt het fruit lekker zoet en het heeft een conserverende werking. Met gewone suiker gaat het helaas niet, je hebt geleisuiker nodig. Aan geleisuiker is pectine en citroenzuur toegevoegd. Pectine heeft van nature een bindende werking en het citroenzuur is een natuurlijk conserveringsmiddel.
Echt, een kind kan de was doen:
- 500 gram fruit, schoongewassen (bijvoorbeeld aardbeien, frambozen of bramen of een combinatie van verschillende vruchten)
- 500 gram geleisuiker
- een beetje citroensap (paar drupjes maar)
- 2 of 3 potjes om je jam in te doen
Ik heb voor frambozen gekozen en omdat ik die vers veel te duur vind voor in de jam, heb ik twee doosjes bevroren frambozen gekocht. Deze laat je ontdooien in een vergiet. Er komt daarbij wat vocht los en als je een lekkere dikke jam wilt, kun je dat er beter niet bij doen. Dat geldt ook voor vers fruit trouwens. Als je het wast blijft er altijd wat water aanzitten. Het is beter om dit tot een minimum te beperken. Laat dus goed uitlekken en opdrogen of droog de vruchten met een doek als je graag verder wilt.
Je hebt nu twee of drie hete potten fruit met suiker prut. Laat dit rustig afkoelen en als het is afgekoeld kan het de koelkast in. Ongeopende potjes blijven ongeveer een half jaar goed in de koelkast. Als ze eenmaal open zijn geweest, moeten ze binnen vier weken leeg gelepeld worden. Bij mij thuis haalt het de vier weken niet.