Laat het filodeeg goed ontdooien. Als je nog nooit met filodeeg hebt gewerkt: behandel het voorzichtig want het is erg dun en breekt snel!

Was de spinazie goed schoon en laat het met aanhangend water slinken in een grote pan. Doe de spinazie in een vergiet en druk met de achterkant van een pollepel zoveel mogelijk vocht uit de groente. Hak het vervolgens in grove stukken.

Snipper ui en knoflook en rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan tot ze wat kleur en geur krijgen. Snijd de tomaten in kwarten en verwijder de vochtige delen. Snijd het vruchtvlees in blokjes. Snipper de peterselie blaadjes (zoveel als je lekker vindt). Breek de eieren in een bakje en kluts ze los met een vork.

Verhit in een ruime pan ongeveer 2 el olijfolie en fruit hierin ui en knoflook een paar minuten op middelhoog vuur. Haal de pan dan van het vuur en voeg spinazie, tomatenblokjes, pijnboompitjes, roomkaas, peterselie en ongeveer driekwart van het ei eraan toe. Schep alles goed door elkaar en breng op smaak met peper en zout. Voeg naar smaak nootmuskaat toe.

Verwarm de oven voor op 200°C en vet een springvorm in met wat boter of olie. Bekleed de springvorm met zes vellen filodeeg. Je legt ze één voor één in de vorm en vet ze in met de olie voordat je het volgende vel erop legt. Draai de vellen steeds zo dat alle delen van de springvorm bedekt zijn. 

Schep hierin het spinaziemengsel en verdeel dit mooi over de vorm. Sla de uitstekende stukjes filodeeg over de vulling en dek de vulling af met de drie overgebleven vellen filodeeg. Vergeet niet ook nu weer elk vel in te vetten met olie voordat je het volgende vel erop legt. Stop de uiteinden mooi in zodat je een afgesloten taart krijgt. 

Schuif de vorm in de oven en laat het zo'n 45 minuten bakken. Haal de taart 10 minuten voor het einde even uit de oven om hem in te smeren met de rest van het ei voor een mooie glanzende buitenkant.