Verwarm de oven voor op 200°C en bekleed een bakplaat met bakpapier. Maak de spruitjes schoon en schil de aardappelen. Snijd de aardappelen in partjes en spoel ze goed af. Droog ze en doe ze in en ruime kom met de olie en de kruiden. Hussel alles goed door elkaar en verdeel de partjes over de bakplaat. Schuif de plaat in de oven en laat de aardappelen goudgeel bakken. Dit duurt zo'n 25 tot 30 minuten. Soms iets langer, soms iets korter.  

Smelt voor de spruitjes de boter in een pan en doe de spruitjes erbij. Laat even stoven en voeg dan de kippenbouillon toe. Breng aan de kook en laat ongeveer 10 minuten pruttelen. 

Smelt de boter voor de saus in een ander pannetje en voeg de bloem toe. Laat al roerend een paar minuutjes garen. Giet dan beetje voor beetje de kippenbouillon erbij. Blijf goed roeren, bij voorkeur met een garde, totdat de saus dikker wordt. Snijd intussen de kaas in kleine blokjes of rasp het en voeg het beetje voor beetje aan de saus toe. Blijf roeren toe de kaas gesmolten is. Voeg dan de mosterd toe. 

Bak de varkensfiletlapjes kort op hoog vuur in een koekenpan. Breng op smaak met peper en zout. 

Verdeel de spruitjes en de aardappelen over de borden en schep de saus over de spruitjes. Leg het vlees erbij en serveer meteen.