Zoet brood van bolletjes deeg met kaneelsuiker
Meng de bloem met het zout en de gist en die dit mengsel in een kom. Gebruik van je foodprocessor of mixer de deeghaken. Smelt de boter en meng dit met het water, de melk en de suiker. Klopt dit mengsel met een garde luchtig.
Zet je mixer op een lage stand en giet in een straaltje het botermengsel er langzaam bij terwijl het apparaat draait. Zet hem dan iets hoger en laat hem 6 à 7 minuten draaien.
Vet een kom in met wat olie. Vorm van het deeg (met bebloemde handen) een bal en doe deze in de kom. Rol de bal even rond zodat er aan alle kanten wat olie op zit. Dek de kom af met plastic folie en laat hem een uur rijzen om een warme, tochtvrije plaats.
Maak intussen de kaneelsuiker. Meng hiervoor de lichtbruine basterdsuiker met de kaneel. Smelt de boter in een pannetje.
Als het deeg verdubbeld is in omvang rol je het op een bebloemde werkbank iets uit tot een plak van ongeveer 20 x 20. Snijd de plak in 8 repen en snijd iedere reep weer in 8 stukjes. Zorg dat ze ongeveer gelijk zijn, maar heel precies hoeft dit niet. Vet een tulbandvorm in. Rol van de stukjes deeg bolletjes, haal ze door de gesmolten boter en daarna door de kaneelsuiker. Leg ze vervolgens in de vorm.
Bedek de vorm met plasticfolie en en zet hem voor de tweede rijs op een warme, tochtvrije plaats. Laat ongeveer een uur verdubbelen in omvang.
Verwarm de oven voor op 180°C en schuif de vorm een half uur in de oven. Laat hem een minuut of 10 staan, snijd dan de zijkanten los met een scherp mes en stort het brood op een rooster. Laat hem verder afkoelen.
Maak het glazuur door het poedersuiker en de melk door elkaar te roeren en druppel dit over de bovenkant van het brood.
Koud is hij heerlijk, iets warm is hij nóg lekkerder!