Werken met deeg vind ik altijd een beetje een uitdaging. Ik moet me er toe zetten, want je bent er best wel even mee bezig. Maar als het dan eenmaal klaar is, heb je er ook wel veel voldoening van. Vandaag bij ons op tafel een pastei met vulling van kip, spek en maïs. Het is een flinke jongen, dus je kunt er met zes personen van eten. Hij is koud ook heel lekker, dus als je een stukje over houdt is dat helemaal niet erg.
Trek voor deze pastei voldoende tijd uit, want het deeg moet een paar uur rusten in de koelkast, de vulling moet volledig terugkoelen en de pastei moet voordat hij de oven ingaat ook nog even in de koelkast.
Voor een pastei voor zes personen heb je nodig:
150 gram ontbijtspek, in reepjes van 1 cm breed gesneden
Begin met het deeg. Snijd de koude boter in blokjes en doe het samen met de bloem in de mengkom van een keukenmachine. Doe het zout erbij en draai het deeg totdat het zanderig is. Giet dan het ijskoude water erbij en meng nog even tot het is opgenomen. Haal het deeg dan uit de kom en kneed het nog even door met je handen. Kneed niet te lang, want dan wordt de boter weer warm en wordt je deeg slap. Verdeel het deeg in twee stukken, het ene wat groter dan het andere. Pak ze in in huishoudfolie, druk ze wat plat en laat ze 2 à 3 uur rusten in de koelkast.
Ga dan verder met de vulling. Verhit een grote koekenpan of hapjespan en bak het spek goudbruid. Schep het uit de pan en laat het vet dat vrij is gekomen in de pan. Doe hier de boter bij en bak hierin de kip licht aan. Als het niet in de pan past, kun je het in twee keer doen. Schep ook de kip uit de pan en fruit de ui glazig in het achtergebleven vet. Voeg dan de knoflook en tijm toe en fruit een paar minuutjes mee. Blus dit dan af met de witte wijn en laat het vocht tot de helft inkoken. Roer hier zorgvuldig de bloem door en let goed op of er geen klontjes ontstaan. Schenk dan de bouillon erbij en voeg naar smaak mosterd toe. Proef of het nog wat nodig heeft (zout, peper …). Doe de kip, bacon en de mais er nu bij en laat het nog een minuut of 4/5 zachtjes koken tot de kip gaar is. Roer de rest van de kruiden erdoor en laat de vulling volledig afkoelen. Hierdoor wordt de pasteivulling wat dikker. Ik had het geduld niet om het helemaal terug te laten koelen, dus mijn vulling was nog wat te vloeibaar.
Als je zover bent, haal je het deeg uit de koelkast. Rol het grootste stuk uit tot een dikte van 3 mm en tot het groot genoeg is om in de pasteivorm (of ovenschaal, of springvorm) te passen. Het moet de bodem en de zijkanten bedekken. Rol de lap om je deegroller en leg hem zorgvuldig in je vorm. Doe de vulling erin. Is je vulling nog wat nat, strooi dan wat paneermeel op de bodem van de pastei en schep het uit je pan met een schuimspaan, zodat het overtollige vocht in de pan achterblijft. Rol het kleinste stuk deeg uit totdat het als deksel op je vorm past. Rol het op je deegroller en leg het voorzichtig op de vulling. Druk de randen op elkaar met een vork en snij overtollig deeg weg. Bestrijk de bovenkant met het losgeklopte ei. Snij kleine kruisjes in het deegdeksel zodat de stoom straks in de oven kan ontsnappen. De pastei gaat nu eerst nog een half uurtje de koelkast in. Verwarm dan je oven voor op 220 graden. Haal de pastei uit de koelkast en bestrijk nogmaals met ei. Bak de pastei in 40 minuten gaar, de korst moet goudbruin zijn. Je kunt hem warm, lauw of koud eten.
