Het fijne van nasi is, dat je het met van alles kunt combineren. De nasi maakte ik op de manier zoals ik die al eerder heb gepubliceerd. Het recept vind je hier, of typ even ‘nasi’ in in de zoekbalk. Ik heb voor deze gelegenheid de kip in het nasirecept vervangen door wat gerookte spekreepjes, verder is alles hetzelfde gebleven. De pikante kippetjes heb ik in de koekenpan gebakken, maar je kunt ze ook op de barbecue leggen. Deze satésaus is echt heel lekker. Uiteraard niet alleen bij nasi maar ook bij kipsaté of voor een patatje pinda!
Voor de pikante kip (4 stuks):
- 4 kipkarbonades (of een ander stuk van de kip, bijvoorbeeld pootjes)
- 2 cm verse gember
- 1 teentje knoflook
- 2 tl sambal
- 2 el ketjap
- 1 el honing
- 1 el zonnebloemolie
- kroepoek (voor erbij)
Voor de satésaus:
- half potje pindakaas
- 2 dl kokend water
- 1 dl kokosmelk
- 5 el ketjap manis
- 1 el azijn
- 1,5 el suiker
- 1 ui
- 1 teentje knoflook
- 1 tl ketoembar, 1 tl djintan, 1 tl laos
- 1 tl sambal
Pikante kip
Rasp voor de pikante kip de gember, snijd de knoflook heel fijn en roer het met de sambal, ketjap, honing en zonnebloemolie tot een marinade. Leg de kip erin en smeer de kip goed in met de marinade. Laat het minimaal een half uur (in de koelkast) marineren, liefst nog wat langer. Giet dan een klein scheutje olie in een koekenpan en bak de kip even aan, laat het dan op laag vuur garen. Hoe lang dat duurt hang van de grootte van de kip af. Een flinke poot kan wel ongeveer drie kwartier nodig hebben. Let op dat je marinade niet verbrandt tijdens het bakken. Rustig laten garen is het beste. Maak intussen de nasi.
Fruit voor de satésaus de ui aan in een pannetje. Meng de pindakaas met het kokende water en de kokosmelk en roer goed door elkaar. Voeg dan de gefruite uitjes toe en de rest van de ingrediënten. Proef en pas aan aan je eigen smaak. Blijf even roeren tot het geheel goed is doorgewarmd en vermengd.
