Gnocchi (spreek uit: njokkie) is er in twee soorten: van tarwe en van aardappel. Gnocchi van tarwe lijkt het meest op traditionele pasta en die van aardappel is fluweelzacht, zeker als je Parmezaanse kaas in verwerkt, zoals in dit recept. Je kunt gnocchi ook heel goed kant en klaar kopen, deze van het merk De Cecco is bijvoorbeeld bij Albert Heijn te koop. Het zelf maken geeft alleen zoveel voldoening dat je het absoluut een keer moet proberen. Bovendien is het helemaal niet moeilijk als je een goed recept hebt. En dat heb ik voor je!
Gnocchi voor 4 personen:
- 500 gram kruimige aardappelen
- 2 eieren
- 100 gram bloem
- 100 gram geraspte Parmezaanse kaas
- 1 tl zout
Schil de aardappelen en snijd ze in gelijke stukken. Kook ze in water met zout goed gaar (20 - 25 minuten). Giet ze dan af en laat ze een minuut of 10 uitdampen. Stamp de aardappelen dan fijn met een pureestamper of met een pureeknijper. Laat het dan 10 minuten afkoelen.
Meng dan de bloem, de kaas, het zout, de eidooiers en één van de twee eiwitten door de aardappelpuree. Bestuif dan je handen en je werkblad met wat bloem en kneed het deeg tot en samenhangend geheel. Het pakt snel dus heel lang kneden is niet nodig. Verdeel het deeg dan in gelijke stukken en rol ze uit tot rolletjes van 1,5 tot 2 cm dik. Snijd de rollen vervolgens in stukjes van zo'n 2 cm en duw er met een vork een ribbelpatroon in. Door het ribbelpatroon hecht de saus beter aan de gnocchi. Breng dan een grote pan met water en zout aan de kook. Kook de gnocchi in porties.
De gnocchi zijn gaar als ze boven komen drijven. Schep ze dan uit de pan met een schuimspaan en houd ze warm onder folie.
Hier vind je een vegetarische saus om deze heerlijke gnocchi bij te eten.