Heb je wel eens ku lo yuk gegeten bij de Chinees? En wist je dat het heel leuk is om dat zelf te maken? De originele ku lo yuk wordt gemaakt met varkensvlees, maar ik heb het met kippenvlees gemaakt (ku lo kai dus eigenlijk). Wil je varkensvlees gebruiken dan is dat natuurlijk helemaal prima. Het vlees wordt in blokjes gesneden en door een beslagje gehaald. Daarna wordt het gebakken in olie en krijgen de blokjes vlees een heel lekker knapperig korstje. Het wordt traditioneel geserveerd in een zoet zure saus en ik heb er witte rijst en komkommerschijfjes bij gegeven. Je kunt er bijvoorbeeld ook nasi bij maken en gewokte groenten.
Ku lo yuk
Chinees gerecht met stukjes kip in een deegjasje
Ingrediënten
Voor de kip
- 600 gram kipdijfilet
- 25 ml sojasaus
- 25 ml rijstwijn (in heb saké gebruikt)
- snufje zout
- 200 gram bloem
- 200 ml water
- 1 el sesamolie
- 1 eiwit (stijfgeklopt)
- 125 ml plantaardige olie (bijv. arachide olie)
Voor de saus
- 1 el sojasaus
- 1 el rijstwijn
- 2 el tomatenpuree
- 30 ml rijstazijn
- 1 el suiker (of iets meer naar smaak)
- 200 ml water
- 1 ui in grove stukken
- 1 el maïzena
- 30 ml olie
- 4 teentjes knoflook
- 5 plakjes verse gember
- 1 el geraspte gember
- 1 rode peper heel fijn gesneden
- 50 ml gembersiroop
- klein potje doperwten
- halve komkommer in kleine blokjes
Werkwijze
Meng een marinade van de sojasaus, de rijstwijn en een snufje zout. Snijd de kip in blokjes van ongeveer 2 bij 2 cm. Giet de marinade over de kip, schep het goed door elkaar en laat minimaal een uur marineren in de koelkast.
Maak intussen de saus. Doe sojasaus, rijstazijn, tomatenpuree, rijstwijn en suiker in een pannetje. Beng rustig aan de kook en roer totdat alle suiker is opgelost en doe dan het water erbij. Roer goed door.
Verhit een scheutje olie in een koekenpan en bak hierin de fijngesneden knoflook en de schijfjes gemberwortel een paar minuutjes op rustig vuur. Haal de gemberschijfjes er dan uit (die hebben hun smaak afgegeven) en doe de grove stukken ui, de geraspte gemberwortel, de peper en de gembersiroop erbij en roerbak dit even kort.
Giet het dan bij het tomatenmengsel en breng het aan de kook. Maak een papje van de maïzena met een eetlepel water en doe dit bij de saus. Roer het goed door zodat de saus wat dikker wordt.
Maak een beslag van de bloem met het water en als je een glad beslag hebt roer je de olie erdoor. Klop het eiwit stijf en spatel dit voorzichtig door het beslag. Verhit de olie in een koekenpan of wok. Haal de stukjes kip door het beslag, laat ze even uitdruppelen en bak ze in de olie gaar. Schep ze met een schuimspaan uit de olie en laat ze uitlekken op keukenpapier en leg ze daarna op een schaal.
Warm de saus weer op, doe de doperwten erbij en doe op het laatst ook de komkommerblokjes erdoor. Giet de saus over de kipballetjes en serveer meteen.