Site pictogram Out mijn keuken

Recept | Ouderwetse Snert – vandaag maken, morgen eten

Ouderwetse snert
Ouderwetse snert

Op een koude Hollandse dag gaat er natuurlijk weinig boven een kop dampende erwtensoep waar je lepel rechtop in blijft staan. In snert hoort varkensvlees. Er zijn heus wel lekkere en minder vette alternatieven, maar wat mij betreft mag je je best een paar keer per jaar tegoed doen aan echte snert, mét spek. Verder gebruik ik graag ribben in erwtensoep, maar je kunt ook hamschijf of zelfs karbonades nemen. En een rookworst mag natuurlijk ook niet ontbreken. 

Begin op tijd met de bereiding. Ik maak mijn erwtensoep altijd een dag voordat ik het wil eten. Na het koken moet de soep goed koud worden en dan wordt het ook lekker dik. Voordat je het de volgende dag gaat opwarmen kun je er een lepel rechtop in zetten. Hieronder heb ik uitgeschreven hoe ik snert maak. Ik weet dat er vele variaties en familierecepten rondgaan in Nederland. Hoe maak jij je snert het liefst?

Ouderwetse snert

Snert die je de ene dag maakt en de volgende dag eet is de allerlekkerste. Je moet er voor het opwarmen je lepel rechtop in kunnen zetten! De kooktijd aangegeven in dit recept is dus exclusief de wachtdag!

Gang Hoofdgerecht, Maaltijdsoep, Soep
Keuken Hollandse pot
Totale tijd 3 uur
Porties 6 porties
Auteur Out mijn Keuken

Ingrediënten

  • 650 gram spliterwten
  • 500 gram varkensvlees aan bot (ik heb ribben gebruikt)
  • 100 gram zuurkoolspek aan één stuk
  • 1 rookworst
  • 2 uien
  • 1 winterwortel
  • 2 preien
  • 1 knolselderij
  • 2 aardappelen
  • 1 bosje bladselderij
  • peper en zout
  • 3 liter water

Werkwijze

  1. Doe de spliterwten in een vergiet en spoel ze goed af. Breng het water in een grote soeppan aan de kook en doe de spliterwten, het varkensvlees en het spek erbij. Breng aan de kook en schep eventueel schuim dat erop komt te staan eraf met een schuimspaan.  

  2. Snijd de uien in stukjes, de winterwortel in blokjes en de prei in ringen. Schil de knolselderij en de aardappelen en snijd ze in blokjes. Doe de groentes bij de erwten, roer en breng het opnieuw aan de kook. 

  3. Laat dit pruttelen totdat de erwten gaar zijn (ze moeten uit elkaar vallen, compleet stuk gekookt zijn). Dit kan, afhankelijk van de erwten die je gebruikt, tussen de 2 en 4 uur duren. 

  4. Haal dan het vlees uit de soep en snijd het vlees van de botjes. Snijd het vlees vervolgens in blokjes en snijd ook het spek in blokjes. Doe terug in de pan en nu is het zaak dat de soep vlot afkoelt. 

  5. Ik heb mijn pan in de kelder gezet, waar het lekker koud is, maar heb je geen goede plek in huis denk dan eens aan een balkon (pan goed afdekken!) of een schuur. In de koelkast kan natuurlijk ook, als je ruimte hebt voor een grote soeppan. 

  6. De soep wordt nu pas echt dik en voordat je het de volgende dag gaat opwarmen kun je er een lepel rechtop in zetten. 

  7. Neem de tijd voor het opwarmen van de soep. Doe dit op rustig vuur en roer vaak anders bakt het aan op de bodem van je pan. Snijd intussen de rookworst in plakjes en snijd de selderij fijn. Voeg de rookworst en de selderij tijdens het opwarmen toe.

  8. Schep de warme soep in kommen en geef er een roggebroodje kaas of spek bij!

Dit artikel kan affiliate links bevatten. Voor meer informatie hierover zie de disclaimer.
Foto's en teksten zijn van Esther Out voor Out mijn Keuken
©outmijnkeuken.nl

Mobiele versie afsluiten