Babi Tjin
Onlangs vond ik in een kringloopwinkel weer een prachtige serie kookboeken uit de jaren '70. Er staat heel veel in en je gaat er vast meer van terugzien op Out mijn Keuken. De recepten zijn heel erg minimalistisch geschreven, dus ik ga dingen uitproberen en de receptuur updaten zodat je de stappen makkelijk kunt volgen. In één van de boeken vond ik het recept voor Babi Tjin.
Babi Tjin - het gerecht
Babi Tjin is een Indonesisch gerecht dat gemaakt wordt van (vet) varkensvlees. De keuze voor speklappen is dan ook voor de hand liggend, maar je kunt ook ander varkensvlees nemen als je wilt. Het bijzondere van dit gerecht is dat je de aardappeltjes (krieltjes zijn het handigst) een tijdje met het vlees meebakt. Dé smaakmaker van Babi Tjin is taotjo, gele bonensaus. Laat je niet verrassen door de kleur, want die is niet geel maar bruin. De naam heeft de saus te danken aan de sojabonen die voor deze saus worden gebruikt. De Chinese naam voor deze sojabonen betekent letterlijk namelijk 'gele boon'. De smaak is lekker zoutig en geeft je gerecht een stevige en diepe smaak. Taotjo is te krijgen bij de toko. Ik heb hieronder uitgeschreven hoe je babi tjin kunt maken. Enjoy!
Babi Tjin
Ingrediënten
- 800 gram speklappen
- 1 ui gesnipperd
- 2 lente uitjes in ringetjes gesneden
- 1 el selderie fijn gesneden
- 2 teentjes knoflook gesnipperd
- 2 cm verse gember geschild en fijn gesneden
- 1 tl ketoembar (koriander)
- 1 el taotjo (= pasta van gele wortel)
- 2 el ketjap
- zout en peper
- 1 el boter
- 300 ml bouillon
- 300 gram krieltjes
Werkwijze
Snijd de speklappen in blokje en doe het in een kom. Doe ui, knoflook, ketoembar, gember en toatjo in een hakmolen of vijzel en vermaal het tot een pasta. Meng dit door het vlees en voeg ketjap en wat zout en peper toe. Meng goed.
Verhit een braadpan. Aan de speklappen zit waarschijnlijk voldoende vet om het vlees erin te bakken. Mocht dit niet zo zijn, doe dan een klontje boter een een klein scheutje olie in de pan. Bak het vlees hierin goed aan. Voeg dan de bouillon toe en breng aan de kook. Zet het vuur dan lager en laat het vlees afgedekt een twintig minuten rustig pruttelen.
Bak intussen de krieltjes in een koekenpan tot te goudbruin en bijna gaar zijn. Voeg de aardappeltjes daarna bij het vlees en schep om. Voeg de lente uitjes en de selderie toe en laat het geheel nog een minuut of vijf goed doorwarmen.
Serveer met een lekkere frisse salade.
